fonotheek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fonotheek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fo·no·theek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fonotheek | fonotheken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de fonotheek v
- bibliotheek voor geluidsdragers
- ▸ Met Spotify heb je de Centrale Discotheek, een onderdeel van de Gemeentebibliotheek Rotterdam die zich profileert als de grootste fonotheek van Europa, bij wijze van spreken aan huis.[1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord fonotheek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fonotheek" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Bijna alles voor bijna niks” (04/03/2011), HP de Tijd
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.