frisuur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: frisuur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fri·suur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frisuur | frisuren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de frisuur v
Gangbaarheid
- Het woord frisuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "frisuur" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ frisuur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.