frondeel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  frondeel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fron·deel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord frondeel frondelen
verkleinwoord frondeeltje frondeeltjes

Zelfstandig naamwoord

hetfrondeelo

  1. (paardrijden) deel van het hoofdstel voor het hoofd en boven de ogen

Gangbaarheid

  • Het woord frondeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
26 %van de Nederlanders;
19 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.