fru

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid:  fru    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fru

Zelfstandig naamwoord

fru g

  1. vrouw
  2. echtgenote
Verbuiging
frus enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     fru     frun     fruar     fruarna  
  genitief     frus     fruns     fruars     fruarnas  
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.