fruithapje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fruithapje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fruit·hap·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord fruithapje fruithapjes

Zelfstandig naamwoord

hetfruithapjeo dim. tant.

  1. (voeding) fruit fijngeprakt.
    • De vader maakte voor het kind een fruithapje klaar. 

Gangbaarheid

  • Het woord fruithapje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.