futurist

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  futurist    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fu·tu·rist
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Latijnse futūrus met het achtervoegsel -ist[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord futurist futuristen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

defuturistm

  1. iemand die zich waagt aan toekomstvoorspellingen
    • In de jaren ’30 of begin jaren ’40 van de 21e eeuw verwacht de futurist dat het menselijk denken vooral non-biologisch zal plaatsvinden. Bovendien moeten mensen dan in staat zijn een volledige back-up van het brein te maken. [2] 
  2. (kunst) aanhanger van het futurisme
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord futurist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.