gênant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gênant    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʒəˈnɑnt/ (2 lettergrepen); /ʒɛ'nɑnt/
Woordafbreking
  • gê·nant
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans gênant, in de betekenis van ‘verlegenheid wekkend’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen gênantgênantergênantst
verbogen gênantegênanteregênantste
partitief gênantsgênanters-

Bijvoeglijk naamwoord

gênant

  1. schaamte of verlegenheid opwekkend
    • Jeetje, dat was echt een gênant moment. 
     Maar het was een beetje gênant om hem de hele tijd om je heen te hebben hangen.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord gênant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   gênant gênants
  vrouwelijk   gênante gênantes

Bijvoeglijk naamwoord

gênant

  1. lastig, storend, overlast gevend
    «Ce meuble est gênant
    Dit meubelstuk is storend, staat in de weg.
    «Cet homme est fort gênant
    Die man veroorzaakt veel overlast.
  2. beschamend, gênant
    «C'est très gênant
    Dat is erg gênant.
    «Jusqu’à présent, Trump n’a pas commenté l’attaque. Son silence devient gênant pour les républicains.»[1]
    Tot nu toe heeft Trump niet op de aanval gereageerd. Zijn stilzwijgen wordt voor de Republikeinen gênant.

Werkwoord

gênant

  1. tegenwoordig deelwoord (participe présent) van gêner

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Loïc Tassé
    Donald Trump vit dans un monde parallèle in: Le journal de Québec (19 december 2020) op journaldequebec.com
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.