gastronoom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gastronoom    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gas·tro·noom
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Griekse γαστήρ 'gastḗr' (maag) met het achtervoegsel -noom
enkelvoud meervoud
naamwoord gastronoom gastronomen
verkleinwoord gastronoompje gastronoompjes

Zelfstandig naamwoord

degastronoomm

  1. iemand die zich met gastronomie bezighoudt, een lekkerbek
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gastronoom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.