gaviaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gaviaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ga·vi·aal
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘krokodilachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord gaviaal gavialen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

degaviaalm

  1. (reptielen) Gavialis gangeticus  krokodilachtige met een lange smalle bek, die in rivieren in Noord-India leeft
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • gangesgaviaal
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gaviaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
24 %van de Nederlanders;
27 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.