gavotte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gavotte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ga·vot·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dans’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1738 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord gavotte gavottes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

degavottev/m

  1. (dans) historische Franse dans in tweedelige maatsoort (2/2) met opmaat
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gavotte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
45 %van de Nederlanders;
40 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.