geamuseerdheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geamuseerdheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·amu·seerd·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geamuseerdheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degeamuseerdheidv

  1. het geamuseerd zijn
     Buijs herkent die geamuseerdheid bij de plaatselijke bevolking. "Dat is nog steeds zo. Elke generatie onderzoekers overkomt hetzelfde, mij ook. Het zijn vaardigheden die de kindertjes daar al leren, maar die je mist als je er als student van 20 komt.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord geamuseerdheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “Hoe bioloog Niko Tinbergen een beetje Eskimo werd” (17-03-2017), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.