geleg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geleg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·leg
Woordherkomst en -opbouw
  • geen meervoud, [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord geleg -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetgelego

  1. huis en erf
Synoniemen
Anagrammen

Gangbaarheid

  • Het woord 'geleg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.