gelijken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gelijken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·lij·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘gelijk zijn aan’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • afgeleid van lijken met het voorvoegsel ge-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gelijken
geleek
geleken
klasse 1 volledig

Werkwoord

gelijken [2]

  1. onovergankelijk (formeel) lijken (op)
     ' Prins Valke was net vijftien jaar geworden en geleek alleen in de tint van zijn rosse haar op zijn vader.[3]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

degelijkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gelijke

Gangbaarheid

  • Het woord gelijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.