gesels

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gesels    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣesəls/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ge·sels
Woordherkomst en -opbouw
  •  gesel zn  met de uitgang -s

Zelfstandig naamwoord

degeselsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gesel
      De rechtvaardige geschieden volgens Gods besluit oorlogen en branden, om 's mensen zonden; opdat de verkorenen gewekt worden door gesels tot het zoeken van het hemelse.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord gesels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Thomas van Kempen
    “” (1907)

Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
gesels
gesels
volledig

Zelfstandig naamwoord

gesels

  1. praten
    «Wat bemoedigend is, is die erkenning dat grondhervorming misluk het en dat gesels moet word om sake om te draai.[1]»
    Wat bemoedigend is, is de erkenning dat de grondhervorming mislukt is dat er gepraat moet worden om zaken bij te stellen.

Verwijzingen

  1. Theo de Jager, vicepresident van Agri SA Die Burger. 15 maart 2010
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.