gestaag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gestaag    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈstax/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ge·staag
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘voortdurend, bestendig’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • Naamwoord van handeling van staan met het voorvoegsel ge- [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen gestaaggestagergestaagst
verbogen gestagegestageregestaagste
partitief gestaagsgestagers-

Bijvoeglijk naamwoord

gestaag

  1. geleidelijk maar persistent
    • De gestage toename ervan verzekert dat het einddoel eensdaags bereikt gaat worden. 
     Langzamerhand kwam ik in een gestage cadans en ik begon me steeds meer op mijn gemak te voelen in deze omgeving.[3]
Afgeleide begrippen
  • gestaagheid
Uitdrukkingen en gezegden
  • De gestage drup holt de steen (uit)
door het vol te houden wordt uiteindelijk wel het doel bereikt
Vertalingen

Bijwoord

gestaag

  1. op gestage wijze
    • WikiWoordenboek vordert gestaag. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gestaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.