geste

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geste    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ges·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gebaar’ voor het eerst aangetroffen in 1596 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord geste gestes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degestev/m [3] [4]

  1. gebaar van goede wil
    • De deur openhouden voor iemand is een beleefde geste. 
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

geste

  1. verbogen vorm van de overtreffende trap van ges

Gangbaarheid

  • Het woord geste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.