getto

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  getto    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • get·to
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits of Italiaans, in de betekenis van ‘jodenwijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord getto getto's
getti
verkleinwoord gettootje gettootjes

Zelfstandig naamwoord

hetgettoo

  1. (geschiedenis) stadswijk die tot verplichte verblijfplaats voor Joden diende, vooral in Portugal, Spanje, Duitsland, Italië en Polen
  2. benaming voor een stadswijk die voor het overgrote deel wordt bewoond door mensen die behoren tot een enkele etnische, religieuze of raciale groep die sociaal slecht geïntegreerd is
Hyponiemen
  • seniorengetto
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord getto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.