gewone dekselhoren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gewone dekselhoren    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ge·wo·ne dek·sel·ho·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gewone dekselhoren gewone dekselhorens
verkleinwoord gewoon dekselhorentje gewone dekselhorentjes

Zelfstandig naamwoord

hetgewone dekselhoreno

  1. (buikpotigen) Tricolia pullus  een weekdier uit de familie Phasianellidae . De dieren leven op algen en zandbodems in grote aantallen bij elkaar
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'gewone dekselhoren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.