gewoonlijke

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gewoonlijke    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·woon·lij·ke

Bijvoeglijk naamwoord

gewoonlijke

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gewoonlijk
enkelvoud meervoud
naamwoord gewoonlijke
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgewoonlijkeo

  1. iets dat gebruikelijk is
     Peter was even bezig met de drankjes, gaf een fles bier met een groot drinkglas aan haar en 'het gewoonlijke' aan Revolver-Harry, dat blijkbaar whisky met ijs was.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord gewoonlijke staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628265
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.