gezinde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gezinde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·zin·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezinde | gezinden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de gezinde v / m [3]
- (verouderd) reisgenoot, gezel
- gevolg van een aanzienlijk persoon
Bijvoeglijk naamwoord
gezinde
- verbogen vorm van de stellende trap van gezind
Hyponiemen
- Vlaamsgezinde, hervormingsgezinde, koningsgezinde
Gangbaarheid
- Het woord gezinde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.