giftig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: giftig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣiftəx / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈχɪftəx/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɣɪftəx/
Woordafbreking
- gif·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | giftig | giftiger | giftigst |
verbogen | giftige | giftigere | giftigste |
partitief | giftigs | giftigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
giftig
- gif bevattend
- Giftige paddenstoelen hoort men niet op te eten.
- zeer nijdig
- Toen ze ontdekte dat haar man hoor bedroog, werd ze pas echt giftig.
Verwante begrippen
- [1] vergiftigd
Vertalingen
1. gif bevattend
Gangbaarheid
- Het woord giftig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "giftig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Duits
Bijvoeglijk naamwoord
giftig
Zweeds
Bijvoeglijk naamwoord
giftig
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.