gnosis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gnosis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gno·sis
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘diepere kennis m.b.t. godsdienstige waarheden’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord gnosis -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

degnosisv

  1. (religie) de diepere kennis aangaande de godsdienstige waarheden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gnosis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
39 %van de Nederlanders;
45 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.