goedwilligheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  goedwilligheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • goed·wil·lig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord goedwilligheid goedwilligheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degoedwilligheidv [1]

  1. het welwillend zijn
     Ik heb Mijnheer Van Bethune gezien en gesproken, zijn lot is door de goedwilligheid van de Kastelein verzacht, - en hij verzoekt u om zijnentwille niet te wenen.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'goedwilligheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “De leeuw van Vlaanderen” (1838), Davidsfonds/Clauwaert, ISBN 9063063334
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.