gracht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gracht    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣrɑxt/ (1 lettergreep); /ɣrɑɣt/
Woordafbreking
  • gracht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gracht grachten
verkleinwoord grachtje grachtjes

Zelfstandig naamwoord

degrachtv/m

  1. gegraven vaart (tegenwoordig vooral gebruikt in een stedelijke omgeving)
    • De Amsterdamse grachten zijn wereldberoemd. 
     En vanavond zou ze haar baljurk aantrekken om hand in hand met mij avonturen tegemoet te ruisen op pleinen, in stegen en langs zwarte grachten, en ravissant een eclatant verhaal toe te voegen aan de galmende historie die deze stad aan de lippen stond als wassend water.[4]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gracht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.