grasmussen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grasmussen    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • gras·mus·sen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grasmussen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degrasmussenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord grasmus
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) Sylviidae  een familie van kleine zangvogeltjes die eerder door hun gezang vanuit het gebladerte van hun aanwezigheid getuigen dan dat men ze goed te zien krijgt. De familie telt 2 geslachten en meer dan 30 soorten, maar de opvattingen over deze indeling veranderen nogal eens
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord grasmussen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.