groenig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  groenig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣrunəx/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈχru.nəχ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈɣru.nəx/
    • (Limburg): /ˈɣru.nɪx/
Woordafbreking
  • groe·nig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van groen met het achtervoegsel -ig.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen groeniggroenigergroenigst
verbogen groenigegroenigeregroenigste
partitief groenigsgroenigers-

Bijvoeglijk naamwoord

groenig

  1. een beetje groen
    • Na zijn val had zijn gezicht iets groenigs. 
  2. op groen lijkend
    • Dit blauw is bijna groenig. 
     Het water dat ik in Zuid-Californië tegenkwam was niet altijd even geweldig, het was vaak stilstaand en groenig van kleur.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord groenig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.