grondgebruiker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grondgebruiker    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣrɔntxəˌbrœykər/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • grond·ge·brui·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grondgebruiker grondgebruikers
verkleinwoord grondgebruikertje grondgebruikertjes

Zelfstandig naamwoord

degrondgebruikerm

  1. (juridisch) degene die gerechtigd is bepaalde grond te gebruiken krachtens een zakelijk of persoonlijk recht

Gangbaarheid

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.