guest

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  guest (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /gÉ›st/
enkelvoud meervoud
guest guests

Zelfstandig naamwoord

guest

  1. gast
vervoeging
onbepaalde wijs to  guest 
he/she/it  guests 
verleden tijd  guested 
voltooid
deelwoord
 guested 
onvoltooid
deelwoord
 guesting 
gebiedende wijs  guest 

Werkwoord

guest

  1. Ergens als gast verschijnen.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.