gymmen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gymmen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gym·men
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gymmen
gymde
gegymd
zwak -d volledig

Werkwoord

gymmen

  1. (sport) onovergankelijk aan gymnastiek doen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

degymmenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gym

Gangbaarheid

  • Het woord gymmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.