høste

Niet te verwarren met: hoste

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈhøsdə /
Woordafbreking
  • høs·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse werkwoord hausta, dat van høst komt
  • Verwant met:
Opmerkingen
Naar frequentie 12771
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
høste
høster
høstede
høstet
volledig

Werkwoord

høste

  1. oogsten
    «På de polske marker bliver der høstet med rimeligt moderne maskiner.»
    Op de Poolse velden worden geoogst met redelijke moderne machines.
  2. (figuurlijk) bereiken, krijgen, ontvangen, verkrijgen (een positief gevolg)
    «Især i Congo høstede han megen ros for sin indsats under urolighederne omkring 1960.»
    Vooral in de Kongo ontving hij veel lof voor zijn inspanningen tijdens de onlusten rond 1960.
  3. (figuurlijk) bekomen, ondervinden (een negatief gevolg)
Synoniemen
  • [2]:
  • [2]: opnå
  • [2]: sikre sig
Hyponiemen
  • [1]: meje
  • [1]: plukke
  • [1]: skære
Afgeleide begrippen
  • [1]: høste af
  • [2]: indhøste
Typische woordcombinaties
  • [2]: høste anerkendelse, bifald, erfaringer, fordele, priser, respekt, ros, succes, en titel
  • [2]: høste en pris
een prijs verkrijgen
  • [2]: høste erfaringer
ervaringen opdoen
  • [2]: høste fordele
voordelen verkrijgen
  • [2]: høste frugten af noget
    høste frugterne af noget
de voordelen oogsten van een (goed) gedaan, misschien lastig werk
  • [2]: høste respekt
respect krijgen
Spreekwoorden
  • [1]: Den der sår vind, høster storm.
Die wind zaait, zal storm oogsten.

Verwijzingen

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / ˈhøstə /
    Woordafbreking
    • høs·te
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van het Oudnoordse werkwoord hausta, dat van høst komt
    • Verwant met:
    Opmerkingen
    Naar frequentie 12297
    vervoeging
    onbepaalde wijs høste
    tegenwoordige tijd høster
    verleden tijd høstet
    høsta
    voltooid
    deelwoord
    høstet
    høsta
    onvoltooid
    deelwoord
    høstende
    lijdende vorm høstes
    gebiedende wijs høst
    vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
    opmerking

    Werkwoord

    høste

    1. overgankelijk oogsten
    2. overgankelijk, (figuurlijk) bereiken, krijgen, ontvangen, verkrijgen (een positief gevolg)
    Synoniemen
    Hyponiemen
    • [1]: samle inn
    Afgeleide begrippen
    • [1]: høste inn
    • [2]: innhøste
    Typische woordcombinaties
    • [1]: høste epler, plommer
    • [2]: høste anerkjennelse, bifall
    Uitdrukkingen en gezegden
    • [1]: Det høstes.
    De herfst is in aantocht.
    • [1]: høste juletreet
    de versiering van de kerstboom halen
    • [2]: høste frukten/fruktene av et arbeid
    de vruchten van zijn werk plukken
    Opmerkingen
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.