haantje-de-voorste

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  haantje-de-voorste    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌhancədəˈvorstə/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • haan·tje-de-voor·ste
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord haantje-de-voorste haantjes-de-voorste

Zelfstandig naamwoord

hethaantje-de-voorsteo

  1. (persoon) iemand die de neiging heeft de eerste te willen zijn
    • Hij is altijd al een haantje-de-voorste geweest, maar nu maakt hij het wel erg bont. 

Gangbaarheid

  • Het woord haantje-de-voorste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.