haasachtigen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  haasachtigen    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • haas·ach·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord haasachtigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehaasachtigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord haasachtige
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zoogdieren) een orde Lagomorpha  van zoogdieren uit twee families: de hazen en konijnen (Leporidae ) en de fluithazen of pika's (Ochotonidae ). De eerste haasachtigen leefden zestig miljoen jaar geleden, in het late Paleoceen, in China en Mongolië. Lange tijd werd gedacht dat ze nauw verwant waren aan de knaagdieren maar er zijn nu aanwijzingen dat de knaagdieren een zogenaamde outgroup vormen binnen de zoogdieren
Hyperoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'haasachtigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.