hadji

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hadji    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhadʒi/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ha·dji
Woordherkomst en -opbouw
  • van Arabisch  حُجِّي zn  (ḥajjī), in de betekenis van ‘Mekkaganger’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord hadji hadji's
verkleinwoord hadjietje hadjietjes

Zelfstandig naamwoord

dehadjim

  1. (religie) (islam) moslim die gedurende de bedevaartsmaand Mekka bezoekt of ooit een pelgrimstocht naar Mekka heeft afgelegd
     Hadji, zo mogen de moslims zich noemen die in Mekka zijn geweest.[3]
     De islamistische hadji’s kanaliseerden het sluimerende verzet tegen de blanken.[4]
Schrijfwijzen
  • hadzji (variant in de officiële spelling tot 2006)

Gangbaarheid

  • Het woord hadji staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
50 %van de Nederlanders;
37 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.