haflinger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  haflinger    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • haf·lin·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van de plaatsnaam Hafling
enkelvoud meervoud
naamwoord haflinger haflingers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehaflingerm

  1. (paardrijden) soort paard dat vaak wordt gebruikt als trekpaard of lastpaard
     De NVWA constateerde eerder dit jaar tijdens tentoonstellingen dat bij een aantal trekpaarden de staart is gecoupeerd, zonder dat daarvoor een diergeneeskundige noodzaak bestaat. "Dit is een verboden ingreep", schrijft de NVWA aan de Koninklijke Vereniging Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger (KVTH).[1]


Synoniemen
  • haflingerpaard

Gangbaarheid

  • Het woord haflinger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Trekpaardenkeuring afgelast vanwege coupeerboete” (Woensdag 12 oktober 2016, 10:20), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.