halfzijdig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: halfzijdig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- half·zij·dig
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van samenstelling van half tw en zijde zn met het achtervoegsel -ig [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | halfzijdig | halfzijdiger | halfzijdigst |
verbogen | halfzijdige | halfzijdigere | halfzijdigste |
partitief | halfzijdigs | halfzijdigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
halfzijdig
- aan een van de twee helften
- ▸ De dominee van het Gelderse dorp Rhenoy die dinsdag ernstig werd mishandeld, is halfzijdig verlamd geraakt als gevolg van een bloeding tussen haar schedel en hersenen. Dat vertelde de kerkenraad zondag op een bijeenkomst in het dorpshuis in Rhenoy, waarop zo'n 200 mensen afkwamen.[2]
- ▸ "Ik ben werkloos en ik weet nog steeds niet hoe het verder gaat", zegt Freddy Cuijpers (44), die sinds zijn geboorte halfzijdig verlamd is. Hij werkte veertien jaar in de sociale werkplaats, maar toen zijn jaarcontract niet werd verlengd, belandde hij weer op de wachtlijst. Sindsdien zit Cuijpers zonder baan.[3]
Gangbaarheid
- Het woord halfzijdig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ halfzijdig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Dominee Rhenoy halfzijdig verlamd door ernstige mishandeling” (Zondag 26 november 2017, 13:56), NOS
- ↑ Weblink bron “Wie gelooft er nog in de garantiebanen?” (Maandag 26 oktober 2015, 21:03), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.