hamam

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hamam    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ha·mam
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘oosters badhuis’ voor het eerst aangetroffen in 1988 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord hamam hamams
verkleinwoord hamammetje hamammetjes

Zelfstandig naamwoord

dehamamm

  1. oosters badhuis
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

  • Het woord hamam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.