handvast

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  handvast    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hand·vast
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen handvast
verbogen
partitief handvasts

Bijvoeglijk naamwoord

handvast [1]

  1. zo vast als men het met de hand (zonder gereedschap) kan doen, aandraaien etc.

Gangbaarheid

  • Het woord handvast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.