head

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  head (US)    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
head heads

Zelfstandig naamwoord

head

  1. (anatomie) hoofd [1], bovenste lichaamsdeel
  2. (bedrijfskunde) hoofd [4], bestuurder, leidinggevende
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
vervoeging
onbepaalde wijs to  head 
he/she/it  heads 
verleden tijd  headed 
voltooid
deelwoord
 headed 
onvoltooid
deelwoord
 heading 
gebiedende wijs  head 

Werkwoord

head

  1. onovergankelijk ergens heen gaan, een reisdoel hebben, op weg gaan
    «At evening's end, the women packed up their babies and headed home.»[1]
    Aan het eind van de avond pakten de vrouwen hun babies in en gingen op weg naar huis.
  2. onovergankelijk, (plantkunde) kroppen [1], een krop [1] vormen

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Jean Morgan Meaux
    “In Pursuit of Alaska An Anthology of Travelers' Tales, 1879-1909” (2013), University of Washington Press , ISBN 9780295804729, p. 198

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / hed /
Woordafbreking
  • head
Naar frequentie 13251

Werkwoord

head

  1. gebiedende wijs van heade


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / hed /
Woordafbreking
  • head

Werkwoord

head

  1. gebiedende wijs van heade
Schrijfwijzen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.