heiig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  heiig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hei·ig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘wazig (van de lucht)’ voor het eerst aangetroffen in 1840 [1]
  • afgeleid van hei met het achtervoegsel -ig [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen heiigheiigerheiigst
verbogen heiigeheiigereheiigste
partitief heiigsheiigers-

Bijvoeglijk naamwoord

heiig

  1. met beperkt zicht door verontreiniging of condensatie
    • Dit is de heiigste dag in weken. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • heiigheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord heiig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
47 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.