hei

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hei    (hulp, bestand)
  • IPA: /hɛi/ (1 lettergreep)
Gelijkklinkende woorden
Woordafbreking
  • hei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hei heien
verkleinwoord heitje heitjes

Zelfstandig naamwoord

[A]deheiv/m

  1. uitgestrekte onbebouwde grond, vooral met heidekruid begroeide zandgrond
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
heien

[B] hei

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heien
    • Ik hei. 
  2. gebiedende wijs van heien
    • Hei! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heien
    • Hei je? 

Tussenwerpsel

[C] hei

  1. uitroep om iemands aandacht te trekken
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord hei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Lets

Tussenwerpsel

hei

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.