heister
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: heister (hulp, bestand)
Woordafbreking
- [A] heis·ter
- [B] hei·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heister | heisters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
[B] heister
- (beroep) vrouwelijke bouwvakker die heipalen de grond in stampt
Verwante begrippen
- vrouwelijke vorm van heier
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heister | heisters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
[A] heister
- iemand die heistert, heibei, woelwater, wildebras [1]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
heisteren |
heister
Gangbaarheid
- Het woord heister staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.