henna

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  henna    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hen·na
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘oranjerood kleurmiddel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord henna -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dehennav/m

  1. (plantkunde) Lawsonia inermis  een struik uit de kattenstaartfamilie (Lythraceae )
    • Op veel plaatsen in het Midden-Oosten kan henna aangetroffen worden. 
  2. de rode kleurstof gewonnen uit [1]
    • Zij had haar haar geverfd met henna. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord henna staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.