hjemme

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈjemə /
Woordafbreking
  • hjem·me
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig uit het Oudnoors
Naar frequentie 347

Voorzetsel

hjemme

  1. thuis
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hjemme                    

Zelfstandig naamwoord

hjemme

  1. thuis
    «Hvor har du hjemme?»
    Waar is je thuis?
Schrijfwijzen
  • [2]: heime
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.