hoguera

Spaans

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

Woordafbreking
  • ho·gue·ra
enkelvoud meervoud
hoguera hogueras

hoguera v

  1. brandstapel, kampvuur
    • Condenado por magia y brujería, murió en la hoguera el 17 de febrero de 1667.  [1]

Verwijzingen

  1. Arturo Pérez-Reverte, El club Dumas, 1993 (2008 uitg., ISBN 9788466320702)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.