holster

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  holster    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hol·ster
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vuurwapenfoedraal’ voor het eerst aangetroffen in 1678 [1]
  • Waarschijnlijk ontleend aan het Nedersaksisch in de 17e eeuw. [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord holster holsters
verkleinwoord holstertje holstertjes

Zelfstandig naamwoord

deholsterm

  1. gewoonlijk leren houder voor een pistool
    • In het duel werd de holster van zijn heup geschoten. 
Hyponiemen
  • beenholster, pistoolholster, schouderholster, zadelholster
Afgeleide begrippen
  • holsterkap

Gangbaarheid

  • Het woord holster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.