homespun

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  homespun    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • home·spun
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord homespun
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

homespun m/o

  1. zelfgemaakte, grove kleding

Gangbaarheid

  • Het woord homespun staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
15 %van de Nederlanders;
13 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.