homogeen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  homogeen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ho·mo·geen
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘van dezelfde aard’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • met het voorvoegsel homo- en met het achtervoegsel -geen [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen homogeenhomogenerhomogeenst
verbogen homogenehomogenerehomogeenste
partitief homogeenshomogeners-

Bijvoeglijk naamwoord

homogeen

  1. (medisch) gelijksoortig
  2. (scheikunde) waarvan de samenstelling niet van plaats tot plaats verschilt
    • Gasmoleculen verdelen zich homogeen' in de ruimte, overal evenveel. 
  3. (wiskunde) een gelijkmatige verdeling
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord homogeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.