honderdenzesenzestig

Nederlands

0166
honderdenzesenzestig,
op een abacus
Uitspraak
  • Geluid:  honderdenzesenzestig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌhɔndərtɛnˈzɛsənˌsɛstəx/ (7 lettergrepen)
Woordafbreking
  • hon·derd·en·zes·en·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

honderdenzesenzestig

  1. "166", langere vorm van honderdzesenzestig, honderd plus zesenzestig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft honderdenzesenzestig euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot honderdenzesenzestig. 
Synoniemen
  • honderdzesenzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "honderdenzesenzestig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • honderdenzesenzestigste

hooftelwoord samengesteld met "honderdenzesenzestig" ht als linkerdeel

  • honderdenzesenzestigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'honderdenzesenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2. Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.