honds

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  honds    (hulp, bestand)
  • IPA: /hɔnts/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • honds
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen hondshondserhondst
verbogen hondsehondserehondste
partitief hondshondsers-

Bijvoeglijk naamwoord

honds

  1. onbeschoft en brutaal
    • Men zou kunnen denken dat honds is afgeleid van het grove gedrag van honden, maar het heeft waarschijnlijk eerder betrekking op de ruwe manier waarop sommige mensen de trouwe viervoeters behandelen. 
Synoniemen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

hethondso

  1. de taal die honden spreken
     Onze commandanten kunnen om een tactische luchtaanval in het zuiden van Afghanistan vragen en hun piloten weten precies wat ze dan moeten doen. Maar test een Fiat Punto 'vijfdeurs' op de rondweg en je kunt net zo goed honds spreken.[3]
     Spreek jij honds?[4]
     Is 'waf' honds voor 'yo'?[5]

Gangbaarheid

  • Het woord honds staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. honds op website: Etymologiebank.nl
  3. Weblink bron “Uit de bocht” (2012), A.W., Bruna Uitgevers, ISBN 9789044967357
  4. Weblink bron
    Rachel Federman
    “Hoe slim is je hond?: de leukste test voor jou en je hond” (2017), HarperCollins Holland, ISBN 9789402753851, p. 37
  5. Thomas de Veen
    (13 augustus 2014), NRC
  6. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.