horde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  horde    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɔrdə/
Woordafbreking
  • hor·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘bende’ voor het eerst aangetroffen in 1622 [1]
  • [2] [3] [4] [5]
  • ww:  hord ww  met de uitgang -e
enkelvoud meervoud
naamwoord horde horden
hordes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehordev/m

  1. een obstakel dat in de weg staat, een hindernis
    • De bergpas is een grote horde die we moeten nemen. 
    • Zijn tegenwerking kon nog wel eens de grootste horde worden. 
  2. een groep rumoerige mensen, een bende
    • Vanaf het station kwam ons een horde mensen tegemoet lopen. 
Hyponiemen
  • grindhorde, oerhorde
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
horden

horde

  1. aanvoegende wijs van horden

Gangbaarheid

  • Het woord horde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.